Uncategorized

9. Over de meest gehate dingen aan online lesgeven.

Ik geef momenteel exclusief digitaal les. Ik haat het. Jongens, ik vind het echt klote. En don’t get me wrong, ik heb nog ‘geluk’ dat ik niet constant fysiek aanwezig moet zijn, terwijl corona nog flink door raast. Maar online lesgeven voelt alsof ik echt een hele slechte influencer ben, met 20 volgers die me alleen maar volgen om een winactie te winnen. (Want honestly, dat zijn tentamens toch altijd?)

Ik zit braaf ‘s ochtends om negen uur voor de pc (okee, het feit dat er geen reistijd is en ik op m’n sloffen les kan geven is wel echt een hele leuke bijkomstigheid) en we loggen allemaal in, en bam, ik kijk tegen 20 zwarte camera’s en stille microfoons. Goedemorgen jongens! Willen jullie alsjeblieft je camera’s aanzetten, want anders gaat mijn docentenhart huilen. Er worden er 6 aangezet. Ik zie een stel kerels die ook nog niet al te lang wakker zijn, maar ze zitten wel klaar. Ik heb geluk, deze groep laat in ieder geval gezichtsuitdrukkingen zien. Ik vraag ze hoe het is, hoe hun week is geweest. *crickets*

Okee, goede fijne intro jongens, heeft me wel een hele halve minuut lestijd gekost. Ik ben gewend de eerste tien minuten van de les met iedereen te kletsen, kijken hoe het met ze is, zorgen dat ze goed opgestart zijn dit jaar, of ze alles kunnen vinden. En verderop in het jaar weet ik wat er speelt in zo’n klas, en hoe het met ze individueel gaat. Vorig jaar had ik mijn klassen al ruim een half jaar voor m’n neus gehad en had ik de relatie al established, en kon ik daarop voort bouwen. Nu krijg ik allemaal nieuwe gezichten namen en weet ik van 60 procent niet hoe hun gezicht er uit ziet, en van 90 procent niet hoe hun stem klinkt. Dat is raar. Het voelt vreemd, en onwennig, en alsof ik tegen mezelf aan het praten ben.

Ik begin maar met de les. Ik heb een powerpoint en deel die in de chat (ja, Teams ja) en share daarna m’n screen zodat ze kunnen meekijken waar ik ben met de uitleg. Nu kan ik helemaal geen gezichtsuitdrukkingen meer zien, en ben ik letterlijk hardop tegen mezelf aan het kletsen. (Wat? Ze zeggen juist dat dat het teken is van een healthy mind, okee!?) Ik ga door de uitleg heen. Gelukkig ken ik dit uit m’n hoofd en weet ik precies waar ze op moeten letten, waardoor ik wat persoonlijkere noten er uit kan gooien. Ik maak wat (obviously ontzettend leuke) grappen die grotendeels dood vallen. (Hoe dan!? Waar is de witty banter, de discussie die daar altijd op volgt, het groepsgesprek!?) Ik kom bij het einde van de uitleg, en het is tijd voor opdrachten. Ik vertel ze wat ze moeten doen. Laat het zien op de powerpoint. Werkt dat jongens? Heeft er nog iemand vragen? *more crickets* Oh, oh, er schudt er een nee! (Shoutout) Okee nou, ik hoor niets dus ik ga er maar van uit dat het goed is. Camera uit, microfoon uit. Ik geef ze 15 minuten om de opdracht te doen.

Ondertussen app ik de sectie Engels om te kijken of zij ook sneller door de lessen heen gaan omdat er zero interactie is. Ook daar krijg ik dezelfde ervaringen. We missen het echt om gewoon tussen de leerlingen te kunnen zitten. Docenten hebben eigenlijk bijna allemaal dat fingerspitzengefühl. Dit is hoe we in kunnen schatten of alles goed gaat, of ze er bij zijn, of dit te moeilijk of te snel gaat voor ze, of er prive problemen zijn, of er vragen zijn, of dat de dynamiek in de groep niet goed ligt… En online voelt het alsof onze vingertopjes er rudely afgekapt zijn. Ik ben zo gewend te vertrouwen op dat gevoel dat ik mezelf echt question als docent. Ik vraag me ook af hoe groot dat groepsgevoel nou is voor de eerstejaars, want ook zij hebben eigenlijk alleen interactie met elkaar online, waardoor je dus 90 procent van elkaar mist, aangezien niemand z’n bakkes open trekt voor wat losse opmerkingen; iets dat in een klas heel natuurlijk gaat. Ik merk ook echt dat de tweedejaars dat veel meer hebben, die kennen elkaar natuurlijk al een jaar en weten wie de ander is. Ik zie daar de inside jokes en de losse opmerkingen veel sneller.

Ik denk dus ook dat we ons veel meer zorgen moeten maken over de mentale gezondheid en het groepsgevoel van de studenten (en docenten!) dan dat we nu doen. We zijn allemaal zo gefocust geweest op de lopende zakelijke dingen zoals zorgen dat ze hun examens halen, zorgen dat ze goed met hun studie doorkonden, of juist goed konden beginnen, dat ik nu pas echt aanloop tegen het gemis van elkaar. Zowel bij de studenten als de docenten. Ondanks dat we lucky zijn dat we afstand kunnen houden, dat we niet in de ‘frontlinie’ staan hier, denk ik dat er echt een gebrek is wat wij als docenten niet zo goed op kunnen lossen. En dat is niet het lesmateriaal, of de toetsing, of de continuïteit van ons lesprogramma (zie mijn vorige blog) maar de menselijke verbinding die oh zo nodig en belangrijk is.

Dus, een smeekbede aan mijn studenten (en iedere student die dit leest); als je digitaal les hebt, zet je camera aan, trek je bakkes open, maakt stomme grappen, laat me je huisdier zien, vertel over je week, geef me iets om mee te werken. Laat het niet normaal worden dat we allemaal tegen niets dan de bolletjes met initialen aankijken. Want dan kan ik net zo goed de uitleg opnemen en onderuit op de bank hangen, en dat is niet waarom ik docent ben geworden. Ik mis jullie, okee!?